Er zijn studenten die na het afstuderen nog niet weten welke richting ze nu precies uit willen. En dan zijn er die al lang voor ze hun diploma beet hebben, hun traject al helemaal hebben uitgestippeld. Thibaut Parmentier is een schoolvoorbeeld van afstudeerder nummer twee. Hij wou, moest en zou in de machinebouw aan de slag gaan. Sinds begin 2021 is hij bij ons mechanisch ontwerper.

“Techniek heeft me altijd aangetrokken. Ik ben thuis degene die alles repareert: uit mekaar schroeven, kijken hoe het werkt, en dan terug ineenzetten. Blijkbaar zijn veel collega’s hier juist hetzelfde.”

Het allerhoogste

“Ik ben richting ASO gepusht, maar eigenlijk wou ik toen al een veel technischere richting doen. Na het middelbaar ben ik dan Industriële gaan studeren. Vanaf toen ben ik steeds meer in richting van machinebouw gaan denken. Niet de seriebouwers die hun standaardgamma hebben en dat steeds verder verbeteren. Ik wou prototypes ontwikkelen. Dat vind ik het allerhoogste. De vrijheid die je hebt om een concept uit te denken en uit te werken. Complexe vraagstukken analyseren. Al die verschillende onderdelen laten samenkomen tot één werkende machine die complexe taken kan uitvoeren.”

“Voor mijn eerste project hier bij VINTIV was het grote concept al vrij gedetailleerd uitgedacht. Aan mij en mijn collega’s om dat concept verder uit te werken tot een werkende machine. Er was dus al een structuur om van te vertrekken. Ideaal als kennismaking, maar ik kijk er nu al naar uit om zélf die grote werkingsprincipes mee mogen uit te denken. En om een zo breed mogelijk scala aan projecten te doen.”

Eerst inhuizen en daarna hockey

En na de uren? “Modelbouw. Vooral houten zeilschepen. Ik heb er ooit eens één cadeau gekregen van papa. En ik ben het blijven doen. Daarnaast wil ik ook weer veldhockey gaan spelen. Ik speel al sinds mijn zesde, maar ben ermee gestopt toen ik naar universiteit ging. Na mijn verhuis wil ik het weer oppikken. Ik woon nu nog bij mijn ouders in Schilde, maar ik ga verhuizen naar Hasselt. Het is tijd om op mijn eigen benen staan. Een keer als ik ben ingehuisd, kan de club daar alvast een nieuwe naam op hun ledenlijst toevoegen.”